Reactie op trauma
Reactie op trauma
Om de reactie op een trauma uit te leggen moeten we eerst definiëren wat een trauma is. In de psychologie wordt van trauma gesproken als iemand getuige geweest is van of werd geconfronteerd met één of meer gebeurtenissen die een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding met zich meebracht, of die een bedreiging vormde voor de fysieke integriteit van betrokkene of van anderen, en als tot de reacties van betrokkene intense angst, hulpeloosheid of afschuw hoorde (1). Vertaald naar een bevallingstrauma betekent dit het meemaken of bijwonen van een bevalling waarbij het kindje of de moeder is overleden, ernstig gewond is geraakt (bijvoorbeeld door medisch noodzakelijk ingrijpen) of als de bevalling een bedreiging vormde voor je fysieke integriteit. Tijdens of na de bevalling voel je intense angst, hulpeloosheid of afschuw.
Als je zo’n ingrijpende bevalling hebt meegemaakt kan je volgens wetenschappers op 4 manieren reageren; verstarren, vechten of vluchten. Dit zijn gedragingen die je automatisch kan vertonen als je dreiging waarneemt en dienen om jezelf te beschermen (2). Bijvoorbeeld, als je er getuige van bent dat je partner zo veel pijn heeft tijdens de bevalling kun je aan de grond genageld staan (verstarren). Vechten is bijvoorbeeld wild om je heen slaan en schreeuwen en moeilijk tot niet gerustgesteld kunnen worden. De reactie vluchten lijkt moeilijk maar het gebeurt toch. Denk hierbij aan het absoluut niet meer mee helpen bij de bevalling of na de bevalling niet naar het nagesprek gaan. Daarnaast is er sprake van meer gecontroleerd gedrag dat vaker en langer duurt. Iemand kan bijvoorbeeld tijdens de hele gebeurtenis bewegingloos blijven (verlengde verstarren), een jaar later proberen om situaties die aan de gebeurtenis doen denken uit de weg te gaan (intentioneel vluchten) of juist opzoeken door bijvoorbeeld risicogedrag te tonen (intentioneel vechten). Ook deze gedragingen zijn normale reacties op een traumatische gebeurtenis.
Wat voor reactie je vertoont hangt van veel factoren af maar niet van het soort trauma dat je mee hebt gemaakt (3). Het gaat er dus om hoe jij de bevalling ervaring hebt, niet wat er daadwerkelijk gebeurt is. Wat wel mee speelt is hoe je het gevaar inschat in relatie tot je eigen mogelijkheden om er iets aan te doen bijvoorbeeld ontsnappingsmogelijkheden (4). Daarnaast zijn er nog andere algemene factoren die bepalen hoe je reageert, bijvoorbeeld je persoonlijkheid, stressgevoeligheid en neurobiologische factoren (5).
Literatuurlijst
- American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4th ed., text rev.). Washington, DC.
- Blair, J., Mitchell, D. R., & Blair, K. (2005). The psychopath: Emotion and the brain. Wiley-Blackwell.
- Abrams, M.P., Carleton, R.N., Taylor, S., & Asmundson, G.J.G. (2009). Human tonic immobility: measurement and correlates. Depression and Anxiety, 26, 550–556.
- Schauer, M., & Elbert, T. (2010). Dissociation following traumatic stress. Journal of Psychology, 218, 109–127.
- Brazil, I., Hagenaars, M., Ly, V., Kwaks, N., Jellema, S., Vries, M., Verkes, R., Bulten, E., von Borries, K. & Roelofs, K. (2013). De rol van freeze-fight-flightreacties bij plegers en slachtoffers van gewelddadige aanslagen. Radboud Universiteit Nijmegen.